Aan de teugel / Aanleuning
Een pony die netjes op je kuit reageert door voorwaarts te willen gaan, kun je vragen zijn achterhand te gebruiken door jouw hand te sluiten.
Houd je handen rustig op hun plek (niet de druk verhogen door je handen terug te gaan trekken!). Door als het ware zijn voorkant tegen te houden – je noemt dat begrenzen – maar toch voorzichtig bij te drijven met je kuit, vraag je of hij zijn achterbenen nog beter onder wil brengen.
Op het moment dat je voelt dat je pony zich ontspant aan de voorkant, wat je vaak kan zien doordat hij een knikje in zijn hals heeft, beloon jij hem door je hand weer te ontspannen. Die ontspanning wordt bedoeld met de term nageven. Nu niet meteen de teugels losgooien! Je blijft wel degelijk wat gewicht in je handen voelen.
Hoeveel gewicht is afhankelijk van de africhting van je pony. Onervaren pony’s hebben soms wat meer ondersteuning nodig dan verder doorgereden pony’s. Als je pony op een bepaald moment prettig aanvoelt in je hand omdat hij jouw drijvende hulpen op de juiste manier omzet in ontspanning en draagkracht, heeft hij goede aanleuning en dat geldt voor elke graad van africhting.
Het aan de teugel gaan heeft meer te maken met de houding waarin een pony op een bepaald niveau moet lopen. Een pony op Z-niveau moet in een andere houding aan de teugel lopen dan een pony op B-niveau. Dat heeft weer te maken met de kracht van de achterhand, het vermogen om achter meer te dragen dan voor.
Volg Penny