Inentingen
Tegen sommige paardenziektes bestaan vaccins. Een vaccin is een stof met daarin de ziekte waartegen men een pony wil beschermen. De pony wordt er niet echt ziek van, maar als reactie op deze ingespoten stof, gaat het lichaam antistoffen aanmaken. Hierdoor zal de pony niet ziek worden als de ziekte een keer heerst.
Er zijn twee ziektes waartegen een pony in ieder geval beschermd kan worden door regelmatige inentingen. Dat zijn tetanus en influenza. Het laatste is paardengriep. De pony krijgt koorts, wordt snotterig en gaat minder eten. Tetanus is erger: vaak gaat een pony hieraan dood. De ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die bijvoorbeeld in een wond leeft. De pony kan dan nauwelijks nog lopen.
Influenza- en tetanus-prikken gaan altijd samen. Een veulen moet de eerste twee prikken na zes tot negen weken gehad hebben. De derde moet na een halfjaar en daarna elk jaar één. Dit heet een herhalingsenting of ‘booster’.
Volg Penny