Kuddegedrag
Als pony’s altijd alleen staan, kunnen ze achteruit gaan en helemaal vereenzamen. Het zijn echte kuddedieren. Een schaap, geit of een paar kippen zorgen al voor een beetje gezelschap. Paarden in een weiland staan al snel allemaal bij elkaar, voor de gezelligheid.
Als je een nieuwe pony bij de anderen wilt laten staan, moet je ze eerst even aan elkaar laten wennen voordat je hem erbij zet. Laat hem eerst even aan de andere kant van het schrikdraadje staan, zo kunnen ze rustig kennismaken. Daarna zijn het geen wildvreemden meer voor elkaar en zal de pony sneller in de groep worden opgenomen.
Moet je een heleboel verschillende pony’s bij elkaar zetten? Doe dat dan in een keer op een vreemd stuk land. Zo is het voor alle pony’s nieuw. Ze zullen eerst misschien een beetje knokken om de onderlinge rangorde te bepalen, maar dat is niet erg. Als er een echte raddraaier in de groep zit die maar door blijft klieren en meppen, dan haal je hem eruit. Zet hem apart, bijvoorbeeld achter een schrikdraadje naast de rest.
In het wild wordt een kudde paarden geleid door een merrie, de alphamerrie. De hengst doet heel stoer en zorgt ervoor dat zijn dames geen gevaar lopen en niet worden gepikt door andere hengsten. De alphamerrie bepaalt waar de groep naartoe gaat en is de hoogste in de rangorde. Voor een veulen is het heel goed om in een kudde op te groeien. Hij leert zijn plaats kennen en kan contact zoeken met leeftijdsgenootjes. Als ze samen gaan spelen, ontwikkelen ze hun botten, pezen, spieren en organen.
Volg Penny